Nachtkonvooi

Met handen stram van touwen, van het hijsen
van het tegenwicht, haken ze een nacht om
ruim te wiegen, wie licht knoopt heeft werk.

Het stampen van de motor stookt dromen
door dagdromen heen. Ze knopen ieder in hun
eigen ritme de klanken losjes aan elkaar.

Stormlampen aan schommelende masten
die huiveren als antennes, zij die rillend
naar berichten van het thuisfront tasten.

In elke kajuit tikt een hart
dat een kamer reserveert voor wie er niet was.

Schippers die wensen mee te varen in het volgende
konvooi moeten zich in de loop van de dag
of avond melden bij de brug- of sluiswachter.

Geen gaten in het water, ook achterliggers
moeten naadloos tussen de pijlers gaan.

Hoeveel kamers vluchten onder de bruggen
die steeds weer worden ingehaald, hoeveel
verdwijnen er omdat het lampje dooft?



Reacties zijn gesloten.